maandag 22 maart 2010

Werken van Jan Burssens

Naar aanleiding van de 120e verjaring van de briefkaart in België (1991) werd zijn metro-creatie op een speciale postkaart uitgegeven.

Naast belangrijke privéverzamelaars bezitten meer dan 200 musea in binnen- en buitenland werken van Burssens in hun collectie.
Zowel het abstracte als het figuratieve werk van Burssens stralen een speciale aantrekkingskracht uit. Als geen ander weet hij de menselijke gevoelens uit te drukken. Hem onder­verdelen in een bepaalde strekking, school of categorie lijkt me onbegonnen. Jan Burssens in een artiest "buiten categorie".


Studies

Academie voor Schone Kunsten te Gent.

Onderscheidingen
1951 - 1952 - 1953 - 1954: Onderscheiding Jeune Peinture Belge.
1957: Prijs Jeanne Pippyn.
1956 - 1957 - 1958 - 1959: Prijs van de Kritiek voor de beste tentoonstelling van de maand.
1976: Grote Driejaarlijkse Cultuurprijs van de Stad Gent.

Individuele tentoonstellingen
Antwerpen, Brugge, Brussel, Charleroi, Gent, Knokke, Liège, Lokeren, New York (USA), Oostende.

Groepstentoonstellingen
Breda, Bremen, Darmstadt, Edinburgh, Eindhoven, Kassel, Köln, London, Lugano, Madrid, Milano, München, Orly, Parjs, Pittsburgh, Rome, Sao Paulo, Stuttgart, Tokyo, Venetië. Noorwegen, Spanje, Polen.Antwerpen, Blankenberge, Gent, Knokke, Tielt.

Werken in:
Museum voor Schone Kunsten te Gent - Guggenheim Museum -New York - Musea in Brussel, Den Haag, Warschau, Tenerife - Verzameling van de Staat.






Jan Burssens


°Mechelen27.06.1925 - +Merendree11.02.2002

Jan Pieter Elisabeth Burssens werd geboren op 27 juni 1925 te Mechelen als zoon van Amaat (hoogleraar aan de Gentse Universiteit in de Negro-Afrikaanse Taal- en Letterkunde) en Gabriëlla Janssens.
De Burssens waren een familie van kunstenaars en intellectuelen. De familie Burssens kon zich moeilijk binden aan een vaste woonplaats. Na de geboorte van Jan vestigden ze zich in de Vossenstraat te Melle. Het jaar daarop vinden we ze terug in de Braamstraat te Gentbrugge en vanaf 1930 opnieuw te Melle langs de Brusselse Steenweg.
Jan loopt school op de Aangenomen Jongensschool in de Vogelhoek. Na enkele jaren Koninklijk Atheneum te Gent en Josefietencollege te Melle belandt Jan Burssens in 1943 op de Academie te Gent waar hij Hubert Malfait als leraar heeft. Hij huurt een studentenkamer in het Pand en richt deze in tot een atelier.
Na de oorlog gaat hij met enkele vrienden te Sint-Martens-Latem wonen in een soort commune, nog voor dit woord eigen­lijk in zwang was.
In 1946 trekt hij naar Nederland waar hij Corneille en Appel leert kennen. Het volgend jaar zijn de twee Neder­landse schilders een tijdlang te gast bij de familie Burs­sens te Melle.
Terwijl hij in 1948 op studiereis is in Italië overlijdt zijn moeder. Hij vestigt zich een tijdje in Duinbergen, waar zijn vader een villa had gehuurd. Daar ontmoet hij o.a. regelmatig Hugo Claus.
In het najaar van 1949 vestigen de Burssens zich te Maria­kerke in de Veldstraat.
Vanaf nu komt er een kentering in het werk van Burssens. Hij, die voordien steeds figuratief werkte, neemt hiervan afstand en maakt voortaan nog uitsluitend geometrische niet-figuratieve werken waarin hij experimenteert met materialen, kleuren, vlakken, vormen en reliëf. Een van zijn regelmatigste bezoekers wordt Roger Raveel.
Als in 1952 enkele abstracte Belgische kunstenaars de groep Art Abstrait oprichten, is Burssens één van de medeoprich­ters. Hetzelfde jaar neemt hij deel aan diverse tentoon­stellingen in binnen- en buitenland en krijgt voor de tweede maal een ere-vermelding in de "Prijs Jonge Belgische Schilderkunst", een onderscheiding die hem viermaal zou te beurt vallen.
Het jaar daarop verlaat hij echter de groep na een discus­sie over één van zijn werken. Dat jaar neemt hij ook deel aan de Biënnale van Sao Paulo.
Tijdens de zomer van 1955 treedt hij in het huwelijk met Georgette Hellinckx die hem twee zonen schenkt: Peter en Nico. Ze nemen hun intrek in de Korte Rijakkerstraat te Mariakerke.
Zijn eerste grote individuele tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel (1956) betekent dat hij zijn definitieve plaats inneemt in het Belgische kunstgebeuren.
Bij de oprichting van de Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst te Gent is hij één van de oprichters.
Tijdens de Expo '58 maakt hij deel uit van de selectie "Hedendaagse Belgische Schilderkunst" en staat in voor de uitvoering van een schilderij in het Paviljoen voor Toeris­me. Nog in 1958 wordt hij geselecteerd voor de Biënnale van Venetië en de internationale Guggenheim Prijs te New York. Hetzelfde jaar krijgt hij ook een studiebeurs van de Unesco die hem toelaat 4 maand in New York te verblijven en er kennis te maken met het werk van de bekendste Amerikaanse artiesten.
Vanaf 1961 wordt hij leraar levend model aan de Academie voor Schone Kunsten te Gent.
In de loop van 1964 neemt Burssens meer en meer afstand van het abstract expressionisme en keert terug naar het motief van het menselijk gelaat en een nog duidelijker figuratie. Hij exposeert opnieuw in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel maar deze tentoonstelling wordt voor hem een grote teleurstelling. De kunsthandelaars en -verzamelaars lieten weinig interesse voor zijn werk blijken en zien meer in de pop-art en het nieuw realisme.
Als na zijn moeder en tante in 1965 ook zijn oom Gaston overlijdt beleeft Burssens een vervreemdingsproces mede veroorzaakt door de teleurstelling op artistiek vlak, familiale problemen en een verkeerde medische behandeling.
Vanaf 1966 schildert hij een ganse reeks figuren die hem op een of andere manier aanspreken: Kennedy, Helder Camara, Picasso, zijn moeder, zijn oom, enz. In de jaren zestig verhuist hij regelmatig. Zo woont hij enige tijd op de Gentse Predikherenlei, een tijdje in de Hofstraat en later in de Drabstraat.
In 1970 schildert hij een reeks Che Ghevarra's en stelt een reeks portretten tentoon in galerij Kunstforum te Schelde­rode (persoonlijk mijn eerste kennismaking met het werk van Burssens). De expositie wordt een groot succes. Daarna verblijft hij enkele maanden in St.-Idesbald en schildert er een reeks hondenkoppen.
In 1972 huwt hij de kunstenares Hilde "Boy" Haerden, de moeder van zijn dochter Eva. Het volgende jaar stelt hij 100 tekeningen in Oostindische inkt tentoon in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel en begint aan een reeks zelfportretten. Tussendoor werkt hij mee aan de verbouwing van zijn nieuwe woning te Merendree, Bredenweg 17 (nu Hansbekestraat) naar waar hij in de loop van 1975 verhuisd.
1976 wordt een triomfjaar voor de nieuwe Merendreenaar. De stad Gent bekroont hem met de eerste Driejaarlijkse Cul­tuurprijs en in het Museum van Hedendaagse Kunst wordt een grote retrospectieve tentoonstelling van zijn werk gehou­den. Gent hangt vol Burssenskoppen. Publiek en pers reage­ren opgetogen op het vertoonde werk en het tijdschrift Yang wijdt een dubbelnummer aan hem en zijn werk.
De rust van het landelijke Merendree beïnvloedt nu duide­lijk Burssens werk. De voorbij jaren schildert en tekent hij landschappen en dieren. Tijdens de voorbij Biënnale van de Hedendaagse Kunst in Vlaanderen (Aalter, oktober 1995) pakte hij echter verrassend uit met een reeks stillevens voor het eerst ondertekend met Jan Burssens - Merendree.
Tijdens de jaren zeventig was hij ook enkele malen te zien in het BRTN-spelprogramma De Wies Andersenshow en bij de vernieuwingswerken aan de Brusselse metro werd hem gevraagd het station "Zwarte Vijvers" van een kunstwerk te voorzien.

(A.Bollaert, Land van Nevele 1997 afl. 3)

1 opmerking:

  1. Stainless Steel Spades - Titanium Pipe Design
    ‎In Stock titanium or ceramic flat iron · ‎In Stock · ‎In titanium wallet stock · titanium teeth ‎In stock titanium vs tungsten · ‎Ace Of Spades, titanium network surf freely Stainless Steel

    BeantwoordenVerwijderen